Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » Het Rad van de Tijd

Het Rad van de Tijd

De ruimteverkenner Hazel Truitt staarde met vermoeide ogen uit het raam van haar schip, de “Chronos”. Ze was een veteraan in het onderzoeken van verre planeten, en haar bescheiden veerachtige kapsel weerspiegelde de vermoeiende jaren in de ruimte. Haar schip doolde langs een rauwe, ijzige planeet met de naam Luyten 8i, die ergens in de buitenste uithoeken van haar stellaire kaarten had gelegen. Hazel had gehoopt op een eenvoudige missie; wat mijnwerkerstorens observeren, een paar stalenbakens plaatsen, en dan weer terug naar huis. Maar zoals altijd in haar avonturen, bleek niets ooit eenvoudig.

Bij het naderen van het oppervlak van de planeet, viel Hazel op dat de droogte en ruïnes deden denken aan beelden van de aarde uit iconisch films van verloren steden, verwoest door tijd en verval. Haar schip landde met een zacht gerommel. Hazel ging direct aan de slag, haar koperkleurige uitrusting schitterend tegen de wat kale, sombere achtergrond. Terwijl ze een denkmachine activeerde met oude roterende tandwielen, voelde ze een onverklaarbare rilling over haar rug lopen.

Bij een eerste verkenningstocht ontdekte Hazel een vreemde eigenaardigheid. Een oud, verweerd uurwerk tikte onregelmatig in een halve begraven toren. De toren zelf leek te zijn opgetrokken ergens uit een mengvorm van verloren Victoriaanse hoop en futuristische desillusie. Hazel bracht haar tablet tevoorschijn en begon te noteren, maar voor elke stap die ze zette, leek de tijd zelf te veranderen. Minuten veranderden in uren, en omgekeerd. Wat ze waarnam leek soms niets meer dan een fantoom of een beeld uit een verdraaide droom.

Er verscheen een slechterik met een rubberen hoed en vuurige ogen. Zijn snor leek een eerdere eeuw te weerspiegelen, maar de cybernetische implantaten in zijn nek spuiden stoom. Hij presenteerde zich als de Wachter van de Tijd, zijn naam verloren in de literatuur van ruimtezeilers. Hij vertelde Hazel dat dit was waar de tijd zijn symfonie speelt met gebeurtenissen en momenten. Elke noot een kans om de loop van verleden, heden en toekomst te veranderen. Zijn lach droeg een echo van hopeloosheid en half-vergane hoop.

“Hazel Truitt,” begon hij, met een stem vastgeroest door eeuwenlange stilte, “jij bent doodgewoon het laatste rad in dit vermolmde uurwerk.” Hazel keek op; ze kende niet eens haar naam in dit deel van het universum. Hij vervolgde: “Elke spiegeling van de tijd die jij hier beleeft, beroert een ander universum.”

Ondanks Hazel’s nuchtere interpretatie van de wereld, had het iets bij haar geraakt. In een ondoordringbaar ogenblik trok ze haar pistool en beval de Wachter om te verdwijnen. Maar de oude man lachte enkel en knipoogde naar haar. “Er is geen ontsnapping uit de tijd, Hazel. We zijn allemaal slaven van zijn wil.”

Ergens tijdens haar tocht raakte ze haar tijdsbesef volledig kwijt. Hoe lang ze daar in die verwoeste toren had doorgebracht, kon niemand zeggen. Al die tijd richtte Hazel haar focus op haar schip en het ontrafelen van de mechanieken. Ze ontdekte dat de tandwielen vervlochten waren met de stof van de ruimte en dat haar schip zelf een verankeringspunt was in deze tijdasyaardbeving. Elk tikken van de klok opende portalen naar werelden waar vaders hun kinderen nooit zagen opgroeien, en waar geliefden scheidden door de lompe handen van de tijd.

Eindelijk, met krachtige inspanning draaide Hazel aan het grootst geplaatste tandwiel, en de wereld om haar heen begon te draaien met de inwendige chaos van een verstoorde tijdslus. De Wachter glimlachte toen de lucht scheurde en de tijd werd losgelaten in een hoopvol onbekende wirwar van licht en geluid. Hazel voelde haar ziel bijna losgerukt van haar lichaam, maar bleef standvastig. Met één blik op haar scheepsklok, een laatste knik naar de Wachter, en een sprong in het onontkoombare, keerde ze haar schip naar huis.

Terug aan boord van de Chronos, realiseerde Hazel zich dat ze geen manier had om deze ervaring aan wie dan ook over te brengen. Wie zou geloven dat elke seconde ergens anders een eeuwigheid betekent? Misschien was het genoeg om te weten dat, net zoals de tijd doordraait, ook zij zal blijven draaien, in de hoop op begrip, een sprankje betekenis of simpelweg vrede.

Maar één ding viel haar op: de verouderde klok op de brug tikte nu regelmatig, elke seconde een belofte van een nieuwe kans. De Wachter had haar wellicht een geschenk gegeven, want in een wereld vol radeloze machines en verloren tijden, had ze eindelijk iets vast in de ongrijpbare stroom van haar lot.

Ze zette koers naar huis, de stoom uit haar schip fluisterend van avontuur en de ongekende kracht van de tijd zelf.

Deel op social media