Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » Het Onbekende Incident van de Celestial Voyager

Het Onbekende Incident van de Celestial Voyager

In de wijdsheid van het universum, waar de sterren als eeuwige getuigen schijnen, zweefde het verlaten ruimtestation Celestial Voyager. Het had ooit een knooppunt van activiteit en hoop moeten zijn. Nu echter hing het als een roestende, desolate schaduw in de donkere afgrond van de kosmos, omwikkeld in stilte en geheimen.

Ik, een eenzame onderzoeker met een onstilbare dorst naar kennis, begaf mij naar deze eenzame verten, gedreven door geruchten van een mysterieus incident dat zowel gruwelijk als onverklaarbaar was. De vorige bemanning was plotseling verdwenen, zonder enig spoor achter te laten; slechts het koud verblijvende skelet van hun eens zo levendige habitat. De vraag naar hun lot gaf me koude rillingen, wat een bijna morbide aantrekkingskracht had.

Bij mijn aankomst aan het verlaten station maakte het gekraak van mijn ruimteschip contact met de dokking, een echo die galmde door de holle metalen gangen. De vergane glorie van het station was duidelijk zichtbaar; de muren waren bedekt met roest en de ooit glinsterende steampunk-machinerie leek in stilstand te zijn gehuld als het ging om antieke relikwieën uit een verloren tijdperk.

Zodra ik me een weg baande door de spookachtige gangen, drong een verlammende stilte zich aan mij op, slechts gebroken door het gedempte gebrom van verwaarloosde machines. Het was alsof de muren zelf fluisterden, in een taal die ik nauwelijks kon begrijpen, een oertijdse waarschuwing voor degenen die de stilte zouden durven verstoren.

In het commandocentrum vond ik besluiten getuigen van de mastige ondergang. Een computerscherm, flikkerend en afwisselend tussen leven en dood, bracht een videolog van de kapitein tevoorschijn. Zijn stem, doordrenkt met wanhoop en verslagenheid, sprak over een entiteit die zichzelf aan boord had gesmokkeld – geen wezen van vlees en bloed, maar een vormloze aanwezigheid die langzaam de geest van de bemanning in bezit nam.

“Once more into the breach,” zei hij met een sombere glimlach, een Engelse uitspraak die onheilspellend in mijn oren klonk. De rest van zijn boodschap was gebroken en onsamenhangend, vol van vage signalen en gefluister dat net buiten het bereik van de menselijke gehoor lag.

Onderzoekers konden de kapitein zijn angst begrijpen toen zij evengoed door de gangen zwalkten alsof ze niet langer in het heden zelf bewogen. Het was alsof de trein van tijd zelf van zijn rails was geraakt.

Opdat ik verder reisde door de mazen van het station, voelde ik een ijzige wind, een fenomeen onmogelijk in de ruimte. Mijn adem stopte in mijn keel toen ik achter mij het vreemde geschuifel van voetstappen hoorde. In blinde paniek draaide ik me om, maar geen levend wezen was te bekennen. De afwezigheid van iets tastbaars, iets bekends, maakte de situatie alleen maar griezeliger.

Terwijl ik dichterbij de nucleaire kern van de Celestial Voyager kwam, holde een geluid door mijn oorsecties alsof de demonen uit een vergetende droom waren ontwaakt. De ruimtes waarin ik mij bevond leken te vervormen en samen te trekken, als het helse loopwerk van een marionet gepest door de grillen van een onzichtbare ontdekkingsreiziger.

En daar, in de allerlaatste kamer, vond ik het. Niet het lijk van een verloren bemanningslid, maar een spookachtige afdruk, een tastbare schaduw van menselijkheid dat onmogelijk kon bestaan. Het was een echo van halfvergeten woorden, een huilende schim van wat ooit was. Het was de manifestatie van hun angst, gecondenseerd in een fysieke vorm door een wezen waarvan zijn oorsprong net zo onbekend was als zijn bedoelingen.

Mijn missie eindigde daar. Niet met antwoorden, maar met meer vragen; niet met het oplossen van een mysterie, maar verstrikt in zijn diepten. Wat er met de bemanning van de Celestial Voyager is gebeurd, blijft een geheim dat zo duister is, dat zelfs de sterren themselves haar zouden onthouden.

Ik keek naar buiten, naar de betoverende leegte van de ruimte, en voelde een onverklaarbare koude wind over mijn ziel strijken. Al snel verliet ik het station, waarna Celestial Voyager eenzame ronddoolde, wachtend op de volgende wanderer om haar sinistere verhaal over te dragen.

Deel op social media