Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » De Expeditie naar de Stoomkracht Dimensie

De Expeditie naar de Stoomkracht Dimensie

Het was een grijze herfstmiddag toen de expeditie zich klaarmaakte voor vertrek. De lucht was zwaar met de belofte van regen, en de stoommachines gromden als ongeduldige beesten. Professor Dubois, een klein maar imposant figuur, stond aan het hoofd van de groep. Hij had een monocle voor zijn rechteroog geklemd, wat hem de uitstraling van een excentrieke wetenschapper gaf. Zijn witte laboratoriumjas wapperde in de wind terwijl hij de laatste instructies gaf. De houten vloer van de vertrekhal kraakte onder de voetstappen van de onderzoekers die hun apparaten controleerden en laatste aantekeningen maakten.

“Vandaag, dames en heren,” begon de professor met zijn raspende stem, “gaan we de grenzen van onze wereld overschrijden. Wij betreden een dimensie die wordt aangedreven door stoom en mechanische wezens, een plek waar de natuurwetten zoals wij die kennen, niet van toepassing zijn.”

De expeditieleden, een bont gezelschap van ingenieurs, wetenschappers, en avonturiers, keken elkaar nerveus aan. De deur van het laboratorium opende zich met een sissend geluid, en de geur van olie en roest stroomde naar binnen. In het midden van de hal stond een kolossale stoommachine, omringd door koperen tandwielen en metalen buizen die als aderen pulserende stoom door het geheel pompten.

De mechanische poort naar de andere dimensie werd opgeladen door een gigantische stoomturbine, en een felwitte scheur verscheen in de lucht, alsof de werkelijkheid zelf werd opengereten. De expeditie betrad één voor één de scheur, hun silhouetten vervaagden en verdwenen in de verblindende gloed.

Aan de andere kant van de scheur bevonden zij zich in een wereld die alleen in nachtmerries of sterfgevallen leek te bestaan. De hemel was vervormd, een constante werveling van grijstinten en roestige tinten. De grond onder hun voeten voelde vreemd aan – het was een mengeling van metaal en uitgedroogde aarde. Overal borrelde stoom uit spleten in de grond, en mechanische wezens, met hun glimmende koperlichamen en klikkende tandwielen, bewoog zich stijlvol alsof ze een Russische balletdanseres in een staalfabriek waren.

De groep liep zwijgzaam verder, hun ogen wijd open van verbazing en voorzichtigheid. De professor had hen gewaarschuwd voor de gevaren van deze dimensie – de mechanische wezens volgden hun eigen logica en waren vaak vijandig tegenover buitenstaanders. En inderdaad, het duurde niet lang voordat ze een van deze wezens tegenkwamen.

Een kolossale, stoom-aangedreven reus stond stil op een kruispunt. Zijn roodgloeiende ogen scanden de horizon. Het was een grotesk bouwwerk van tandwielen, zuigers en buizen, met een gezicht dat meer op een gasmasker leek dan op een menselijk gelaat. De expeditieleden hielden hun adem in terwijl de professor naar voren stapte, zijn monocle glinsterde in het schemerlicht.

“Wij zoeken kennis,” sprak hij met een ondertoon van respect en misschien zelfs angst. Het mechanische wezen bewoog zijn hoofd langzaam naar de professor, een schurend geluid dat als krijt op een schoolbord klonk, vulde de lucht.

“IK BIED GEEN ANTWOORDEN, ALLEEN TESTS,” bromde het wezen met een stem die als een diepe stoomfluit klonk.

Er was een moment van frappante stilte voordat plotseling, een van de onderzoekers een kleine stoommachine tevoorschijn haalde. Het apparaat barstte uit in een fel licht en de mechanische reus deinsde langzaam achteruit, zijn klikkende tandwielen leken even te haperen. Het was een erfenis van de beenhardigheid van het menselijke vernuft – een symbool dat men nooit moet onderschatten ook in de vreemdste werelden.

Met enkele moedige stappen, besliste de professor verder te gaan met zijn expeditie. Zij doorkruisten de ijzeren vlaktes, ontdekten geavanceerde stoomsteden en ontmoetten bewoners van de mechanische wereld, elk met hun eigen mechanische opmerkelijkheden en verhaal over het stoomleven. Langzaamaan raakte de expeditie verstrengeld in de complexe dynamiek van deze bizarre wereld, waar zij zich realiseerden dat deze plek hen meer vragen en gevaren gaf dan antwoorden.

Uiteindelijk stonden ze voor de uitdaging op terug te keren, maar niet zonder littekens; fysiek en mentaal. Hun expeditie had hen gezegend en vervloekt met nieuwe kennis, maar ook met een onuitwisbare stempel van de mechanische dimensie. Terwijl ze teruggingen door de scheur, slechts een schim vergeleken met wie zij ooit waren, zweeg de lucht aan de andere kant even harteloos als toen zij waren vertrokken.

Ze waren teruggekeerd, maar de grenzen tussen de werelden waren voor altijd veranderd.

Deel op social media