De lucht boven Amsterdam kleurde langzaam naar het rozige oranje van de ondergaande zon. Het was precies het moment waarop Alicia altijd besefte hoeveel ze van deze stad hield. Haar gedachten werden echter onderbroken door een piepje van haar telefoon. Een bericht van Lars: “Toch nog even naar kantoor, ben over een uurtje thuis. Sorry, liefje.”
Alicia zuchtte terwijl ze haar telefoon weer wegstopte. Dit was de derde keer deze week dat hij zijn belofte brak. Samen waren ze net een start-up begonnen, een technologiebedrijf dat gepersonaliseerde gezondheidsadvies gaf via een slimme app. Ideeën borrelden tijdens hun late nachtwandelingen door de grachten, en hun liefde bloeide nog verder op te midden van algoritmes en bedrijfsplannen.
Echter, de werkelijkheid van het runnen van een start-up begon hun relatie te testen. De spanning van deadlines, investeerders die steeds meer druk zetten, en het schijnbaar eindeloze werk zorgden voor microscheurtjes in hun voorheen onbreekbare band.
Terwijl Lars zich volledig stortte op de technische kant van het bedrijf, probeerde Alicia de balans te vinden tussen het creatieve en het zakelijke. Dit betekende vaak lange nachten, slapeloze uren met alleen de kat om haar gezelschap te houden, terwijl ze zich zorgen maakte over cijfers en marketingstrategieën.
Er was eens een tijd, niet zo lang geleden, dat hun gesprekken gevuld waren met toekomstplannen en romantische dromen. Nu leken ze voornamelijk te praten over functionaliteiten en gebruikerservaringen. De passie voor het project leek de passie voor elkaar te overstemmen.
Die avond, toen Lars eindelijk thuiskwam, vond hij Alicia aan de keukentafel, haar gezicht vermoeid en haar ogen verdrietig. Hij zette zijn laptop neer en ging tegenover haar zitten.
“Weet je nog waarom we dit zijn begonnen?” vroeg ze zachtjes, haar stem trillerig.
Lars keek haar aan, schuld en vermoeidheid vochten om de overhand in zijn blik. “Omdat we iets wilden creëren dat mensen echt helpt. En omdat we geloofden dat we samen alles konden aanpakken,” antwoordde hij.
“Maar Lars, het voelt alsof we elkaar kwijtraken in het proces,” zei ze, en een traan ontsnapte uit haar ooghoek. “We hebben bijna geen tijd meer voor onszelf, laat staan voor elkaar.”
Hij zuchtte diep en pakte haar hand vast. “Ik weet het, Alicia. Het spijt me zo. Ik wil niet dat we verdwalen in onze droom. We moeten een manier vinden om dit recht te trekken.”
Die nacht, tussen gesprekken over code en marketingplannen, maakte het paar een belofte. Ze zouden grenzen stellen, tijd inplannen voor elkaar en proberen weer die vonk terug te vinden die hen ooit zo krachtig samengebracht had.
En met die belofte keken ze elkaar in de ogen, vastbesloten niet alleen hun start-up tot een succes te maken, maar ook hun liefde opnieuw te voeden met dezelfde vurigheid en toewijding die hen ooit op weg had geholpen. In een wereld vol algoritmes en deadlines, ontdekten ze dat de grootste uitdaging niet in het werk lag, maar in het behouden van de liefde die hen had aangedreven.