Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » De Kat van Mijn Dromen

De Kat van Mijn Dromen

Het was een koude winteravond in de pittoreske stad Utrecht. De lantaarnpalen wierpen een zacht, gouden licht op de besneeuwde straten. Binnen, in haar gezellige appartement, zat Roos in blinde paniek.

“Puck… waar ben je?” fluisterde ze met tranen in haar ogen. Haar geliefde kat, een pluizige zwart-witte furie, was gisteren niet thuisgekomen. Roos had alle hoeken van het appartement doorzocht, talloze oproepen op sociale media geplaatst en flyers opgehangen. Maar geen spoor van Puck. Haar hart voelde als een blok ijs.

Die avond besloot Roos opnieuw de straat op te gaan om haar verloren vriend te zoeken. Ze liep door de smalle steegjes en langs grachten met haar zaklamp, haar adem beslaand in de koude winterlucht. Totdat ze, bijna wanhopig, een stem hoorde.

“Goedenavond, zoek je iets?” klonk het vriendelijk.

Roos draaide zich om en keek recht in de ogen van een man met een warme glimlach en diepbruine ogen. Hij stelde zich voor als Jasper en had net zijn hond, een enthousiaste Jack Russell genaamd Toby, uitgelaten.

“Ja, ik zoek mijn kat, Puck. Hij is sinds gisteren vermist,” antwoordde Roos, haar stem trillend.

Jasper’s gezicht verzachtte. “Ik ben een enorme dierenliefhebber. Laat me je helpen zoeken,” stelde hij voor. Roos voelde een sprankje hoop.

Samen dwaalden ze door de besneeuwde straten van Utrecht, hun adem zichtbaar in de koude lucht. Jasper vertelde verhalen over zijn avonturen met Toby, terwijl ze hun zoektocht voortzetten. Zijn warme humor en oprechte bezorgdheid gaven Roos een gevoel van geruststelling, alsof ze elkaar al jaren kenden.

Na uren zoeken, net toen Roos dacht dat alle hoop verloren was, hoorde Toby iets ritselen in een steegje. Ze haastten zich naar de smalle doorgang en daar, verscholen achter een stapel oude kranten, zat Puck. Met zijn grote, smaragdgroene ogen keek hij hen aan, duidelijk bang maar ongedeerd.

“Puck!” riep Roos uit, haar ogen vol tranen van opluchting. Ze knielde neer en omhelsde haar kat stevig. Jasper keek toe, zijn glimlach voelde als een warme deken om haar heen.

“Bedankt, Jasper. Ik weet niet hoe ik je ooit kan terugbetalen,” stamelde Roos, terwijl ze Puck tegen zich aandrukte.

“Geen dank nodig,” antwoordde Jasper zachtjes. “Zolang Puck veilig is, maakt dat me gelukkig.”

Roos voelde iets ontwaken in haar, een sprankje van een nieuw gevoel. Gedurende de weken die volgden, hielden zij en Jasper contact. Wat begon als een toevallige ontmoeting, groeide uit tot regelmatige wandelingen, lange gesprekken en gedeelde avonturen door de stad.

Met de tijd merkte Roos dat haar gevoelens voor Jasper veranderden van dankbaarheid naar iets veel diepers. Zijn vriendelijkheid en empathie, samen met zijn humor en charme, hadden haar hart veroverd.

Op een bijzonder heldere lentenacht, terwijl ze samen over de grachten liepen en Toby vrolijk voor hen uit rende, besloot Roos het risico te nemen.

“Jasper, ik… ik heb gevoelens voor je,” bekende ze, haar gezicht lichtelijk rood van verlegenheid.

Jasper stopte en keek haar aan, zijn ogen fonkelend in het maanlicht. “Ik ook voor jou, Roos, al sinds die eerste nacht dat we samen op zoek waren naar Puck.”

Hij trok haar zachtjes naar zich toe en kuste haar teder, alsof ze beiden wisten dat dit meer was dan het terugvinden van een kat. Het was het begin van iets bijzonders.

En zo, in de magische sfeer van de oude stad Utrecht, vonden Roos en Jasper elkaar. Hun liefde, net als hun zoektocht, was een avontuur dat net begon.

Deel op social media