De beroemde detective Evelien Vroegop had nooit verwacht dat haar vakantie zo’n wending zou nemen. Ze reed langs kronkelende wegen door de heuvels van Zuid-Limburg toen ze besloot een omweg te maken naar het kleine, pittoreske dorpje Heuvelrand. De zon scheen helder en de bloesems bloeiden, waardoor het leek alsof ze een schilderij inreed. Maar de schoonheid van het landschap verborg een mysterie dat Evelien’s scherpzinnigheid op de proef zou stellen.
Toen ze het dorp binnenreed, viel haar meteen iets ongewoons op. De dorpsbewoners leken allemaal vreemd geuniformeerd, alsof ze deel uitmaakten van een toneelstuk. Sommige droegen ouderwetse jurken en mantels, anderen netpakken uit een vervlogen tijdperk. Een man met een hoge hoed en een wandelstok begroette haar vriendelijk en leidde haar naar het dorpsplein, waar een groot bord aankondigde: “Welkom bij ons jaarlijkse Moordspel!”
Nieuwsgierig en met een licht voorgevoel van onheil stemde Evelien ermee in om de festiviteiten bij te wonen. Ze wist niet dat dit “spel” veel meer intriges en gevaar herbergde dan een simpel dorpsevenement.
Het dorpsplein was versierd met kleurige vlaggen en kraampjes waar heerlijk eten en drinken aan werd geboden. Een vrolijke fanfare speelde op de achtergrond, terwijl bewoners in hun kostuums zich tussen de bezoekers begaven. Het leek allemaal een groot, gezellig feest, totdat de burgemeester – een norse man met een imposante snor – de microfoon nam en de regels van het spel begon uit te leggen.
“Beste inwoners en gasten, het is weer tijd voor ons jaarlijkse Moordspel!” riep de burgemeester met een flair die bij een acteur paste. “Iedereen hier speelt een rol, en het is aan jullie om het mysterie op te lossen. Maar pas op… dingen zijn niet altijd wat ze lijken!”
Evelien werd gekoppeld aan een groep dorpsbewoners, waaronder de jonge en levendige Anna, de stille bankier Hendrik, en de eigenzinnige bakker Marieke. Terwijl ze hun weg zochten door het verhaallijn van het spel, merkte Evelien al snel dat er veel meer op het spel stond dan enkel een gescripte gebeurtenis.
Binnen enkele uren na het begin van het spel verdween een van de spelers, de publieke notaris meneer De Bruin, op mysterieuze wijze. Zijn schreeuw was overal op het plein te horen geweest, waarna hij verdween in de richting van het oude kerkgebouw. Het dorp raakte in rep en roer, niet zeker of dit nog deel uitmaakte van het spel of dat er een echte misdaad was gepleegd.
Evelien zette haar beste speurneus op en begon vragen te stellen aan de dorpelingen, die allemaal nerveus rondkeken en met hun rollen bezig bleven. Elk had een alibi, sommigen waren te perfect om waar te zijn, terwijl anderen hopeloos verstrikt leken in hun eigen verhalen. Er was echter een gemeenschappelijke draad die de echte wereld met het spel verbond: jaloezie, geldzucht en oude vetes.
Tijdens haar onderzoek stootte Evelien op de oude dorpskronieken in de kelder van de kerk. Daar ontdekte ze dat het dorp twintig jaar geleden werd geteisterd door een reeks onopgeloste moorden, die opvallend veel overeenkomsten vertoonden met de “spelmoord”. Het leek alsof iemand het verleden wilde oprakelen voor wraak of sensatie.
Net toen Evelien dacht dat ze voldoende bewijs had verzameld om de daders aan te wijzen, werd het dorp plotseling gehuld in duisternis. Alle lichten doofden en een zware mist viel over het plein. Door de mist zag Evelien een gedaante sluipen die niet paste in het decor. Ze zette de achtervolging in, haar zaklamp dansend over de kasseien. Toen ze eindelijk de persoon inhaalde, draaide de figuur zich om en onthulde zichzelf als meneer De Bruin, heel en ongedeerd.
“Lieve Evelien,” sprak hij met een koude glimlach, “welcome to my game.”
Maar voordat hij iets meer kon zeggen, werd hij neergeslagen door de echte dader: de ogenschijnlijk stille bankier Hendrik, die al die tijd vlekkeloos in zijn rol had gebleven. With a swift move, Evelien overmeesterde hem en bond hem met een touw dat ze uit haar tas had gehaald.
“Het spel is voorbij,” zei ze vastberaden. “En jij gaat met mij mee.”
Het dorp, ontdaan van zijn façade, begonnen te juichen toen de spanning eindelijk wegviel. Evelien had het mysterie opgelost, niet alleen van het spel, maar ook van de echte misdaden die het dorp in hun greep hadden gehouden.
Terug in haar auto, rijdend weg van Heuvelrand, kon Evelien niet stoppen met glimlachen. Ze wist dat avonturen soms op de meest onverwachte plaatsen konden worden gevonden. “The game’s afoot,” murmelde ze zachtjes, verwijzend naar een beroemde Engelse detective, terwijl ze haar volgende bestemming tegemoet reed.