Bas zat achter zijn zware houten bureau en luisterde naar het zachte gezoem van de airconditioning in de oude bibliotheek. De geur van oude boeken was alomtegenwoordig, een geur die hij altijd beschreef als een mengeling van kennis en tijd. Het was een rustige dag met weinig bezoekers. Hij had net een stapel nieuwe boeken ingevoerd in het systeem toen hij een lichte rilling over zijn rug voelde lopen. Weer een boek dat steeds verdween en vervolgens terugkeerde met nieuwe aanwijzingen.
Het begon een maand geleden, toen een exemplaar van “De Da Vinci Code” van Dan Brown opeens verdween en een week later werd geretourneerd met diverse ingekraste markeringen en aantekeningen op de pagina’s. In het begin dacht Bas dat het een simpele vergissing was van een verstrooide lezer, maar toen het dezelfde week gebeurde met “Miss Marple Omnibus” van Agatha Christie, begon hij zich zorgen te maken.
“Wat is hier in vredesnaam aan de hand?” mompelde Bas tegen zichzelf. Een flauwe echo weerklonk door de lege gangen. De collega’s hadden hem al voor gek verklaard vanwege zijn obsessie met het mysterie. Maar Bas was vastbesloten dit raadsel op te lossen.
Hij nam het meest recente boek dat verdwenen was – een vergeelde kopie van “Sherlock Holmes: De Avonturen van Sherlock Holmes” – en sloeg het voorzichtig open. Opnieuw vond hij de bekende symptomen: pagina’s vol met kruisjes, cirkels en genummerde notities, alsof iemand wilde dat hij een puzzel oploste.
Maar deze keer was er iets anders. Er was een briefje toegevoegd, een klein stukje perkament, zorgvuldig tussen de pagina’s gestopt. Met trillende vingers pakte hij het papiertje en vouwde het open. Slordig geschreven stond er:
“Follow the clues, and the truth shall set you free.”
Bas voelde zijn hart sneller kloppen. Iemand speelde een spel met hem, een gevaarlijk spel. De aanwijzingen leken willekeurig, maar hij wist dat er een patroon moest zijn. Hij zette een pot koffie, installeerde zich aan een van de lange, met leer beklede tafels, en begon aantekeningen te maken van alle markeringen en cijfers die hij in de boeken had gevonden.
Uren verstreken, en terwijl de schemering langzaam overging in nacht, begon een patroon zich af te tekenen. De notities vormden een complexe kaart, die hem uiteindelijk naar een vergeten hoekje van de zolder leidde, een gedeelte van de bibliotheek dat al jaren niet meer was betreden. Bas had het altijd vermeden vanwege zijn angst voor spinnen en zijn klaustrofobie in smalle ruimtes. Maar deze keer had hij geen keus; de waarheid riep hem.
Met een zaklamp in de hand en een kloppend hart beklom hij de smalle, krakende trap. Stof wervelde op in de lucht, dansend in de straal van het licht. Zijn ogen speurden de ruimte af, totdat hij een oud, roestig kistje zag, weggestopt in een donker hoekje.
Zijn vingers gemakten de verroeste sloten voorzichtig los. Met een trage kreun ging het deksel open, en daar lag het: een stapel vergeelde documenten en een kleine sleutel. De papieren leken bijzonder oud, en terwijl Bas ze doorbladerde, realiseerde hij zich dat het geheime notities waren van de oprichter van de bibliotheek, lang geleden geschreven.
“Onze nalatenschap mag nooit vergeten worden. Dit is de sleutel tot de waarheid.”
Bas pakte de sleutel voorzichtig op en voelde een koude rilling over zijn rug lopen. Wat had hij nu weer ontdekt? Hij merkte nauwelijks de tijd op terwijl hij al lezend verder ging. Elke aanwijzing, elke notitie werd opeens helder. Hij was dicht bij het ontrafelen van een geheim dat diep in de fundamenten van deze bibliotheek verborgen lag.
Het klonk allemaal als een verhaal uit één van zijn geliefde detectiveboeken, maar dit was de realiteit – zijn realiteit. De toekomst van de bibliotheek hing nu van hem af, en hij wist dat hij dit mysterie moest oplossen, niet alleen voor zichzelf, maar voor iedereen die ooit een boek had geleend en magie in de woorden had gevonden.
Met de sleutel stevig in zijn hand en de mysterieuze documenten in de andere, sloot hij de zolderdeur achter zich en glimlachte. Het avontuur was nog maar net begonnen.