Inspecteur Willem de Jong schoof zijn hoed iets naar achteren en nam de scènes in zich op. Het was al een tijd geleden sinds hij zich ondergedompeld had in de kleurrijke wereld van een circus. De geur van zaagsel en dierlijke musk rook nog vertrouwd. Maar vandaag was niets zoals het leek in deze vrolijke chaos: de circusartiest, de getalenteerde Alexei Petrov, lag dood op de koud winterse grond binnen de rode en witte tent.
Petrov had een gezicht dat verhalen vertelde, voor hen die goed keken. Diepe lijnen rondom zijn mond bewezen het jarenlange lachen en praten, terwijl zijn ogen een vermoeide ernst droegen. Hij was de ster van de show geweest, geliefd door iedereen, zo leek het, en toch lag hij hier. Dood.
Willem werd begroet door de circustitan, een man genaamd Mario, met een dikke gouden ketting en handen die er geheel onwenselijk uitzagen. “Inspecteur, iedereen heeft een alibi, ze kunnen het allemaal bevestigen, ze waren allemaal bij de show,” zei Mario met een stem die rolde als een zwaar rad in Willem’s gehoor.
“En was jij dat ook?” vroeg Willem kalm terwijl hij zich naar het lichaam van Alexei boog. Er was niets opvallends zichtbaar op het eerste gezicht. Geen tekenen van een worsteling, geen bloedsporen. Een interne zaak wellicht.
“Ja, ik was bij de show, controleer het maar,” antwoordde Mario haastig.
Willem liet zijn ogen over de verzamelde circusmensen glijden. De clown met zijn half afgestreken make-up, nog steeds een glimlach vastgeplakt aan zijn gezicht, de trapeze-artiesten die hun schouders gehavend door oefening en perfectie bedekt hielden, en de vrouw met de zweep, Zoya, die haar krokodillen zodanig beheerste dat het leek alsof ze haar gedachten lazen. Het geheel was een prachtige maar ook angstaanjagende showcase van menselijk vermogen en dierlijke beideling.
“Laat iedereen weten dat ik met ze wil spreken, één voor één,” besloot Willem, en richtte zich op Zoya, de vrouw die halverwege de dertig was, met een blik die door elke vorm van spijt had gesneden. Zij zou de eerste zijn.
Ze zaten bij de geïmproviseerde tafel achter het gordijn van de tent. Willem begon. “Vertel me, Zoya, wat zag je vanavond?”
Zoya’s blik gleed over zijn gezicht voordat ze antwoordde. “Het was dezelfde avond als alle andere. Maar ja, ik merkte wat spanning vanavond…” Ze stopte even, dat hielp Willem geconcentreerd naar voren leunen.
“Wat voor spanning?”
“Tussen Alexei en Mario. Alexei had ontdekt dat Mario met geld aan het knoeien was. Ze vochten stilletjes, zodat de rest het niet zou merken. Maar ik… voelde hun vijandigheid.”
Willem noteerde elke nuance in haar verklaring. Het gaf hem een goed beeld van de onderlinge dynamiek. Terwijl hij verder vraagde over Alexei’s laatste momenten, wist hij dat de waarheid hier ergens tussenin lag, verstopt tussen glimlachen en dansende voeten.
De circusgroep beweerde allemaal weer hetzelfde. Willem liep naar buiten, het fronsen van zijn wenkbrauwen diepgaand terwijl hij de verklaring van Mario nogmaals herkauwde. Het was allemaal te afgerond, te perfect. En toen viel een gedachte bij hem in, een onverwachte, connectie tussen feiten die zijn verstand samen knoopte als een zeldzame, ingewikkelde knoop.
Hij haastte zich terug naar de tent waar Mario zich bevond. “Mario, waar is de kassier van het circus?”
Mario’s ogen werden groot. “Waarom vraag je dat? Hij… hij is nu niet hier.”
Willem bleef vastbesloten kijken. Zijn intuïtie leidde hem steeds dichter bij de waarheid. Hij had vermoedt dat Mario veel meer te verbergen had, en niet gewoon over geld.
Later die avond werd het openbaar. Door het samenvoegen van getuigenissen, een vergeten brief en enkele overdreven alibi’s van de show, was het duidelijk dat Mario had geprobeerd zijn schuld aan Alexei’s dood te maskeren door de hele show een valse alibi te geven.
Inspecteur Willem stond op van zijn bureau, na nog een nacht van het oplossen van een raadsel, starend door de ramen naar de rijzende zon. Hij wist dat het doden van Alexei Petrov meer dan zomaar een misdaad was, het was een ijsberg waarvan de ware omvang langzaam maar zeker aan de oppervlakte kwam. En daarmee een herinnering dat achter elk masker een mens schuilgaat, met gebroken verhalen die beter vastzitten op een landschap van bedrog en werkelijkheid.