Maria was altijd een keurige vrouw geweest, iemand die je eerder in een bibliotheek zou verwachten dan op een podium. Ze werkte als accountant en haar dagelijkse routine was zo geordend als de rijen cijfers op haar spreadsheets. Maar diep vanbinnen had Maria een sluimerende droom, een verlangen dat ze nog nooit had uitgesproken: ze wilde zingen. En niet zomaar zingen, ze wilde schitteren als een ster op het podium, het soort dat de mensen ademloos achterlaat.
Op een avond, na een borrel op haar werk, werd Maria tegen haar zin meegetrokken naar een karaoke bar door haar collega’s. Het voelde als een gênante bijeenkomst waarbij ze haar sociale ongemakken probeerde te verbergen achter een geforceerde glimlach en ongemakkelijke grapjes. “Kom op, Maria, één liedje maar,” drong haar collega Sophie aan. Maar Maria schudde heftig haar hoofd. De gedachte alleen al om voor die menigte te staan maakte haar misselijk.
Eenmaal binnen, viel haar oog echter op een uitverkoophoekje naast de bar. Daar, tussen een berg van glittertopjes, verenboa’s en neonpruiken, ontdekte ze een outfit zo belachelijk dat het onwerkelijk leek. Een knalroze rokjurk met glinsterende stippen, een pluizige paars-witte boa en een gigantische hoed versierd met plastic bloemen. Tot haar verbazing voelde Maria een onweerstaanbare drang om het aan te trekken. Ze kocht de outfit impulsief en trok zich terug in het toilet om zich om te kleden.
Toen ze terugkwam, zagen haar collega’s haar met grote ogen aan. Haar transformatie was compleet. Ze leek in niets meer op de keurige accountant die ze kenden. “Maria, wat heb je in hemelsnaam aan?” lachte Sophie.
“Call it my ‘Magic Costume’,” mompelde Maria. Ze wist niet wat er gebeurde, maar zodra ze in de outfit stond, voelde ze zich zelfverzekerd, opgelaten bijna. Haar hele houding was veranderd; ze stond daar als een diva, klaar om het publiek te betoveren.
Maria stapte naar voren en pakte de microfoon. De eerste noten van “I Will Survive” weerklonken door de luidsprekers. Het publiek keek vol verwachting toe. Maar tot hun vreugde en verrassing kwam er niet een angstige muis uit het kostuum tevoorschijn, maar een krachtige stem, vol emotie en zelfverzekerdheid. Ze bracht het nummer met zoveel passie dat de hele bar in polonaise begon te dansen.
Toen het nummer eindigde, barstte de ruimte uit in luid applaus. Mensen die haar helemaal niet kenden, kwamen op haar af om haar te feliciteren. Maria voelde zich als Assepoester op het bal, maar in plaats van een glazen muiltje had ze een belachelijk kostuum aan.
Van die avond af aan werd Maria beroemd in de karaoke scene. Het was alsof de outfit haar een magische kracht gaf die haar ware talent onthulde, maar zoals in vele goede verhalen, had deze kracht ook een keerzijde. Zodra ze een poging deed om zonder de outfit te zingen, verviel ze in haar oude onzekerheden en faalde ze jammerlijk. Het was dan ook een beschermend geheim dat zij en enkel zij alleen kende.
Haar vrienden en familie wisten niet wat ze ervan moesten denken. “Misschien ben je gewoon een ‘late bloomer’,” grapte haar broer Lars. Maar Maria wist beter. De outfit was in haar leven gekomen als een zwaard van Gryffindor: precies op het moment dat ze hem het hardst nodig had. En net als bij de helden in de oude verhalen moest ook zij leren deze kracht wijselijk te gebruiken.
En zo bleef Maria de nachten vullen met haar zang, straalden de lichten feller dan ooit wanneer zij het podium betrad en hielden mensen zich aan haar optredens vast zoals dronken matrozen aan hun laatste bier. De karaoke bar werd haar eigen koninkrijk, waar zij, de Belachelijk Geklede Koningin, heerste met zang en glitters.