Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » De Verjaardag van Professor Fidanza

De Verjaardag van Professor Fidanza

Het begon allemaal op een regenachtige middag in november. Tussen de muren van de Universiteit van Eldritch, dwaalde een student genaamd Lodewijk Petersen, wiens intelligentie gepaard ging met een buitengewone toewijding aan zijn studie. Maar er was iets dat zijn academische passie overtrof: zijn grote bewondering voor Professor Fidanza. De professor, een man van ondoorgrondelijke wijsheid en een uitstraling als die van een esoterische wijze, was het middelpunt van Lodewijks universums: de man die volgens hem de sleutel tot alle kennis had.

Het verhaal, zoals alle verhalen die het onvoorstelbare combineren met de grimmige realiteit, begint met een welgemeende intentie: Lodewijk wilde zijn leraar verrassen op diens verjaardag door hem uit te nodigen op een feestelijk studentengelegenheid. Als bibliofiel en fervent bewonderaar van Borges, stelde Lodewijk zich een feest voor als een doolhof van gesprekken, een labyrint van gedachten en ideële discussies, waarbinnen de professor zich thuis zou voelen.

Lodewijk regelde minutieus het feest, hij transformeerde de gemeenschappelijke ruimte van zijn studentenhuis in een imitatie van de “Aleph”: een ruimte die alles bevatte wat Fidanza liefhad. Een hoekenverzameling van antieke boeken, obscure filosofische manuscripten en een projector die ‘The Library of Babel’ projecteerde. Zijn medestudenten, echter, droegen bij aan de feestelijkheden met iets meer aardse en minder intellectuele offers: drank en muziek.

De avond waarop het feest losbarstte, arriveerde Professor Fidanza, met een kiem van verwondering in zijn diepgelegen ogen. “De deur naar de kosmos,” mompelde hij beroerd door de sfeer. Maar als men de poorten naar bovennatuurlijke sferen opent, kan men zich niet voorbereiden op wat volgt.

Het begon met een triviaal incident: een medestudent glipte op een natte plek op de vloer en viel tegen een stapel oude boeken, die vervolgens als dominostenen omvielen, waarbij een enkel glas rode wijn over het enige originele manuscript van ‘Tlön, Uqbar, Orbis Tertius’ werd gekeerd dat Lodewijk met grote moeite had bemachtigd. Dit veroorzaakte een lavinaal gelach onder de studenten, maar een verstijfde stilte bij de professor.

“In een werkelijkheid die bestaat uit oneindige afsplitsingen, is dit slechts een parallel,” fluisterde Fidanza tegen zichzelf, terwijl zijn ogen kriskras door de ruimte vlogen, alsof hij een onzichtbaar pad volgde.

De chaos breidde zich uit. Een paar studenten, die de diepfilosofische aard van het evenement verkeerd begrepen, begonnen met armworstelen, wat snel degradeerde tot een worstelwedstrijd in het midden van de kamer. Ondertussen werd iemand betrapt op het ‘stelen’ van ideeën, een ruzie brak uit waarbij één jongen probeerde een ander te overtuigen dat hij een voltooid meesterwerk had verzonnen, ‘Pierre Menard, Author of the Quixote’ indachtig.

De avond bereikte een absurde climax toen iemand een projectie van een ellips op de muur liet zien en betoogde dat het de ‘Aleph’ was—de plek waar alles in miniatuur door elkaar bestond. Deze verklaring werd met zoveel volume en overtuiging gebracht dat zelfs Professor Fidanza, kort verankerd in zijn nuchtere werkelijkheid, begon te twijfelen aan het wezen van de realiteit.

Uiteindelijk, omgeven door een warboel van lachende en filosoferende studenten, bibberende glazen en omgevallen boeken, voelde Lodewijk de controle verliezen. Zijn zorgvuldig geconstrueerde labyrint had zich tegen hem gekeerd en was een reëel doolhof geworden, een manifestatie van anarchie.

Fidanza, met een mystieke glimlach om zijn lippen, nam ten slotte het woord. “In de eindeloos complexe structuur van het universum is verstoring een noodzakelijke conditie voor nieuwe inzichten,” sprak hij. En met een korte buiging verdween hij, net zo plotseling als hij was gekomen, de avond en zijn studenten betoverd achterlatend in de chaos.

En zo eindigde de groots opgezette viering van Professor Fidanza’s verjaardag niet in illusie, maar in de pure kern van menselijke interacties. Terwijl Lodewijk tussen de verbrokkelde boeken stapte om orde te scheppen uit chaos, besefte hij dat zelfs in de wanorde een soort verborgen harmonie kon bestaan—een gedachte die direct uit de pen van Borges leek te komen.

Deel op social media