Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » De Onthullingen van Een Gênant Dagboek

De Onthullingen van Een Gênant Dagboek

Er was eens een man genaamd Willem, een normale naam voor een ogenschijnlijk normaal mens. Totdat je zijn dagboek opensloeg. Willem had onlangs besloten dat het bijhouden van een dagboek zijn weg naar zelfverbetering zou zijn. “Het is tijd om eens goed naar mezelf te kijken,” dacht hij, zonder te weten dat hij op het punt stond om een literaire eeuwigheidswaarde te creëren. Dit is het relaas van een van zijn meest gedenkwaardige dagen.

Op een bewolkte maandagmorgen begon Willem de dag zoals elke andere. Hij veegde met zijn hand door het warrige dekbedhaar, hopend dat het werken aan zijn boekhouding zonder incidenten zou verlopen. Maar het lot had andere plannen.

Na een vlug ontbijt haastte hij zich naar de bus. Terwijl hij op de hoek van de straat wachtte, merkte hij pas te laat op dat hij nog steeds zijn pantoffels droeg. De buschauffeur, bekend om zijn scherpe oog, kon zijn lachen nauwelijks inhouden. “Ik zie dat je een relaxte werkdag hebt, Willem,” zei hij, terwijl hij de deuren sloot. Iedereen in de bus gniffelde mee. Willem probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat niemand het zou herinneren de volgende dag.

Eenmaal op kantoor aangekomen, deed Willem zijn best om niet op te vallen. Dit plan was echter gedoemd om te mislukken toen hij zijn bureaustoel naar achteren trok om te gaan zitten en ontdekte dat iemand een programmaboekje op zijn stoel had gelegd. The end result: Willem viel met een luide klap op de grond, waarbij hij zijn koffiebeker over zichzelf omgooide. Zijn collega’s stroomden toe alsof hij zojuist een cabaretvoorstelling had gegeven.

Net toen hij dacht dat de dag niet erger kon worden, nam Willem zich voor om een belangrijke rapportage naar zijn baas te sturen. Hij klikte op ‘verzenden’ en hoewel hij er zeker van was dat alles in orde was, kreeg hij binnen de minuut een antwoord. “Nice try, Willem. Maar ik denk niet dat je bedoelde om ons een foto van je kat te sturen,” stond er in de mail van zijn baas. Willem’s hart zakte in zijn schoenen. Hij had de verkeerde bijlage meegestuurd: de afbeelding van zijn kat Teuntje in een koekblik, die hij de avond ervoor voor de grap had gemaakt.

De terugweg naar huis leek eindeloos maar gaf hem tijd na te denken. Eens thuisgekomen, zette Willem zich aan zijn dagboek. Zijn schrijfsels werden onderbroken door een luid gekraai van buiten. Hij keek uit het raam en zag hoe zijn buren de hele straat hadden versierd voor een buurtfeest waar hij niet van op de hoogte was gebracht – hetgeen betekende dat hij zich nota bene op zijn eigen balkon onbedoeld had laten fotograferen, gehuld in zijn kekke eenhoorn pyjama.

Zijn dagboek was zijn enige toevlucht. Terwijl hij zijn belevenissen van die dag neerpende, kon hij een lach niet onderdrukken. Misschien was dit het lot’s manier om hem lessen te leren. Met een bijna religieuze toewijding besloot hij om zijn dagboek de volgende dag weer bij te werken, zich ervan bewust dat hij wellicht een meesterwerk aan het maken was, vol met de kleine nuances van een dagelijkse menselijke komedie.

En zo sloot hij zijn notities af, denkend aan de Engelse spreuk, “Everybody’s a comedian in his own life,” en glimlachte in stilte. Hij had misschien niet de perfecte dag gehad, maar hij had zeker de perfecte anekdote voor zijn groeiende verzameling van gênante momenten.

Deel op social media