Eline kon haar ogen niet geloven. Voor haar stond een immens podium, versierd met vlaggen, fakkels en een imposant startbord met de woorden “XTREME SURVIVAL CHALLENGE 2023”. Ze staarde naar de menigte om zich heen. Geschroeide en gebruinde gezichten, spieren gespannen als ijzeren kabels, ogen fonkelend van opwinding en misschien een tikkeltje waanzin. Hoe in vredesnaam was ze hier beland?
Het begon allemaal met een simpel misverstand. Ze had zich willen inschrijven voor een relaxed yoga-retreat in de bergen. Maar door een typfout en een serie ongelukkige gebeurtenissen, waaronder een foutieve vlucht en een verloren bagage, stond ze nu aan de start van een van ’s werelds meest veeleisende survival-wedstrijden.
“Niet treuzelen, doorlopen!” riep een nors ogende wedstrijdorganisator. Hij duwde haar een rugzak in de handen die zo zwaar voelde dat het leek alsof er een rotsblok in zat. Ze zette een stap naar voren, haar knieën protesteerden luid. Om haar heen klonken kreten van opwinding en zenuwen. Dit was duidelijk niet haar beoogde zen-ervaring.
De startschot klonk als een donderslag bij heldere hemel en voor ze het wist, sloeg de menigte in beweging. Eline werd meegevoerd als een kurk op een wilde rivier. Ze moest het beste ervan maken.
De eerste hindernis was een modderige stroom waarin deelnemers ploeterden als wilde zwijnen. Eline verloor haar evenwicht en zonk weg in de druipende bruine diepten. Met modder in haar oren en haar ogen strompelde ze verder, verloren in een epische strijd tegen de elementen.
Eenmaal uit de modderkuil, stond de volgende uitdaging op haar te wachten: een wand van netten waarin atleten als apen heen en weer slingerden. Eline had de behendigheid van een gewonde walrus, maar ze gaf niet op. Ze ploeterde zich een weg naar boven, ondersteund door een vreemdeling met een indrukwekkende snor die eruitzag alsof hij rechtstreeks uit een prentenboek sprong.
“Keep going, miss!” riep de man met het Engels accent van een Britse hertog. Zijn glimlach was bemoedigend, al was hij net zo vuil en bezweet als Eline zelf. Ze kon het niet helpen om te lachen. Hier stond ze, vastgeklampt aan een net, bedekt met modder, in het midden van een onwerkelijke situatie.
Na de netten kwam een koordbrug, hoog boven de aarde bungelend. Eline’s hoogtevrees deed haar hart sneller slaan, maar ze was vastbesloten door te gaan. Terwijl de anderen als katten over het koord balanceerden, kroop zij voort als een slak met een overdreven gevoel van zelfbehoud.
Uren leken dagen en dagen weken. Op een gegeven moment besefte ze dat ze lachte. Echt lachte. Tussen de piepende spieren en haperende longen door vond ze een onwaarschijnlijke vreugde in deze waanzin. Ze ontmoette nieuwsgierige en boeiende mensen, iedereen even vastberaden als gek.
Toen ze eindelijk de finish bereikte, was het alsof een enorme last van haar schouders viel. Ze keek achterom en zag de verzameling obstakels die ze had overwonnen. Een ongekend gevoel van triomf borrelde op. Ja, ze was misschien niet gemaakt voor extreme sporten, maar ze had zich door de hel gesleept en was er, wonder boven wonder, levend uitgekomen.
Een journalist, die haar opmerkelijke onvermogen tot uitzondering had verklaard, kwam op haar af en vroeg haar naar de ervaring. Met een glinstering in haar oog en een brede glimlach antwoordde Eline: “I came for the yoga, but I stayed for the yolo.”
En zo werd Eline, de vrouw die per ongeluk deelnam aan een extreem sportevenement, een legende in haar eigen recht. Ze had het beste ervan gemaakt, en dat was meer dan genoeg.