Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » De Buurmandieren

De Buurmandieren

Sergej had nooit gedacht dat oppassen op de huisdieren van zijn buurman iets geks zou opleveren. Hij was een keurige, ietwat saaie man van middelbare leeftijd, met een leven dat even routineus was als de zonsopgang en -ondergang. Toen zijn buurman, een joviale jongeman genaamd Max, hem vroeg of hij een weekend op zijn huisdieren kon passen, stemde Sergej daarom zonder veel gedoe toe.

Op de dag van vertrek gaf Max hem snel de sleutels en een lijst met instructies. “Wees voorzichtig met ze, Sergej. Ze zijn… bijzonder,” zei hij met een ondefinieerbare glimlach voordat hij vertrok.

Sergej zuchtte en betrad het huis van Max. Het eerste dier dat hij tegenkwam was een kat. Nou ja, ‘kat’. Dit exemplaar leek meer op een pluisbal op pootjes en liep rechtop als een miniatuurmens. “Miauw,” zei de kat, maar in die enkele klank klonk een heel scala aan emoties door, alsof het diepzinnige poëzie was.

“Nou, goed dan,” mompelde Sergej, verbaasd glimlachend. Hij las de lijst verder. De hond, een vreedzame Labrador genaamd Brutus, lag uitgestrekt in zijn mand. “Brutus kan schaken,” stond er. Sergej dacht dat het een grapje was.

“Zullen we een potje doen?” vroeg hij ironisch, terwijl hij een schaakbord tevoorschijn haalde. Tot zijn verbazing stond Brutus op, ging tegenover hem zitten en begon met zijn poot op een bord te tikken. En niet zomaar willekeurig: de hond speelde strategisch. Binnen enkele minuten stond Sergej schaakmat, terwijl Brutus hem triomfantelijk aankeek.

Ach, dacht Sergej, laten we de andere huisdieren maar eens ontmoeten. Hij vond een hamster genaamd Niblet die, naar verluidt, capabel was in het oplossen van complexe wiskundige problemen. Sergej schreef de kwadratische formule op een witteboard en keek vol ongeloof toe hoe Niblet met zijn kleine pootjes het juiste antwoord krabbelde.

Intussen speelde Brutus een potje schaak met zichzelf, en de kat — die blijkbaar naar de naam Pulcinella luisterde — deed een onnavolgbare dans op de keukenmuur, waarbij hij op de achterpoten stond als een balletdanser.

Sergej kreeg de slappe lach. Dit kon niet waar zijn. Toen de kat een pirouette maakte en de hamster begon te zingen — ja, de hamster kon zingen, en niet onverdienstelijk — barstte hij in een onbedaarlijk lachen uit.

De rest van het weekend ging voorbij in een waas van verbazing en hilariteit. Sergej ontdekte dat Brutus ook meesterlijk piano kon spelen, dat Pulcinella graag literatuur las en dat Niblet uitstekend was in het goochelen van nutjes en zaden. Hij bracht uren door, lachend en klappend voor zijn buitengewone huisdierenpubliek.

Toen Max op zondagavond terugkwam, was Sergej nog steeds aan het lachen. “Heb je een goede tijd gehad?” vroeg Max.

“Ongelooflijk,” antwoordde Sergej. “Hoe heb je ze getraind?”

Max grinnikte. “Dat is hun geheim, Sergej. Misschien mag je het ooit ontdekken.”

Met een zwaai van de hand vertrok Max, en Sergej stond alleen, nog steeds met een brede glimlach op zijn gezicht. Zijn leven zou nooit hetzelfde zijn. Hij wist nu dat magie, zelfs in de meest alledaagse dieren, gewoon om de hoek kon wonen.

En zo ging Sergej naar huis, wetende dat hij altijd een vriend kon bezoeken als hij wat magie en “animal talent” wilde ervaren in zijn monotone bestaan.

Deel op social media