Op een willekeurige woensdagavond in het kleine dorpje Drabbeveen, vond Oom Willem een oud, stoffig boek in de tweedehandswinkel van meneer Poppe. Oom Willem, die altijd op zoek was naar iets om zijn eentonige bestaan op te fleuren, besloot het boek te kopen, niet wetende dat hij op het punt stond een reeks absurde magische gebeurtenissen te ontketenen.
Thuisgekomen, zette Oom Willem zich neer in zijn versleten leunstoel en sloeg het boek open. De titel pagina onthulde de woorden “Magica Absurdia”. Hij lachte en dacht dat het vast een grap was. Maar toen hij begon te lezen, voelde hij een vreemde tinteling door zijn vingers trekken. Oom Willem giechelde. “Wat een onzin,” zei hij hardop.
Die nacht werd Oom Willem wakker en ontdekte tot zijn verbazing dat zijn muizenval een pratende muis had gevangen. “Laat me gaan, Oom Willem! Ik ben hier om je een les te leren!” zei de muis. Met zijn ogen wijd open van schrik, liet Oom Willem de muis los, die snel uit het zicht verdween, maar niet voordat hij een pratende spin en een zingende kikker had achtergelaten.
Het was al snel duidelijk dat Oom Willem niet zomaar een boek had gelezen. Hij was nu verwikkeld in een klucht van magische absurditeiten. Toen hij de volgende dag naar de dorpsbakker ging, ontdekte hij dat de taartjes plotseling levend waren en van het schap sprongen iedere keer dat iemand een poging deed er een te pakken. “Oh nee, niet weer,” mompelde hij wanhopig.
Dat was slechts het begin. De kippen in zijn achtertuin begonnen koekoeksklokken te maken in plaats van eieren te leggen, en zijn hond Rover had debatteerwedstrijden met de postbode, waarbij Rover opvallend vaak won. Elke dag bracht een nieuwe, bizarre gebeurtenis met zich mee.
Op een dag kwam er een wijze vrouw naar het dorp. Ze heette Madame Fortuna en iedereen zei dat zij de enige was die de chaos kon beteugelen. Oom Willem, nu wanhopig en vastbesloten, zocht haar op. Ze bekeek het boek zorgvuldig en knikte toen bedachtzaam. “Je hebt de Magica Absurdia gelezen,” zei ze. “Maar maak je geen zorgen, er is een oplossing. Je moet het boek dwingen zichzelf te herschrijven.”
Oom Willem was verbijsterd. “Hoe dwing ik een boek om zichzelf te herschrijven?” vroeg hij.
Madame Fortuna glimlachte mysterieus. “Vertel het verhaal, maar met een nieuwe wending,” zei ze eenvoudig.
Die nacht ging Oom Willem aan zijn keukentafel zitten en begon te schrijven. Hij schreef over een man die een betoverd boek las, maar in plaats van belachelijke situaties, kreeg hij de meest wonderlijke avonturen. Hij reisde naar verre, magische landen, ontmoette fantastische wezens en ontdekte verborgen schatten. Hij schreef door tot de eerste stralen van de ochtendzon.
Toen Oom Willem de laatste punt zette, gebeurde er iets merkwaardigs. De woorden op de pagina’s begonnen te glinsteren en het boek herstelde zichzelf. De kippen legden weer gewone eieren, Rover staakte zijn debatten, en de taartjes lagen stil en doodstil op het schap van de bakker.
Oom Willem zuchtte van opluchting en sloot het boek. Vanaf die dag hoefde hij nooit meer te vrezen voor absurde magische gebeurtenissen. Maar als iemand vroeg of hij nog ooit een vreemd verhaal wilde lezen, knikte hij altijd beslist nee, met een twinkeling in zijn ogen en een lach op zijn lippen.