Ga naar de inhoud
Home » Korte Verhalen » Het Dorp van de Dromers

Het Dorp van de Dromers

In een afgelegen dorp, omgeven door dichte bossen en krakende moerassen, voltrok zich een gebeurtenis die voor altijd in het geheugen van zijn bewoners gegrift zou blijven. Het dorp – vergeten door de snelle tred van tijd en moderniteit – leefde zijn dagen in de rust van alledaagse gewoonten en de nachten in de diepe slaap van rustige dromen. Maar op een bewuste nacht, toen de maan haar zilveren gloed over de oude, scheefgezakte huizen wierp, gebeurde er iets onverklaarbaars.

Die nacht hadden alle dorpelingen, zonder uitzondering, dezelfde droom.

In de droom bevonden ze zich in een verlaten landhuis, dat leek te leven en te ademen. Zijn muren zuchtten bij elke windvlaag, en de zware, fluwelen gordijnen fluisterden geheimen die zelfs de ergste nachtmerries zouden doen verbleken. De kamers waren gevuld met een doordringende geur van vocht en verval, terwijl een gevoel van naderend onheil zich als een mist door de gangen slierde.

In het midden van dit kille huis stond een imposante spiegel, omringd door kaarsen waarvan de vlammen onrustig dansten, ondanks de windloze ruimte. Een voor een naderden de dorpelingen de spiegel, hun adem stokte bij wat ze zagen: hun eigen reflectie, maar met ogen die leeg en zonder ziel staarden, alsof ze een duister lot accepteerden dat nog moest komen.

De droom eindigde altijd op hetzelfde punt: een echoënde, holle stem die sprak van een nameloze afgrond, van de duisternis die hen kwam halen.

Toen de eerste zonnestralen het dorp bereikten, en de inwoners wakker werden met harten die nog steeds zwaar bonkten van de angst, groeide de verwarring snel uit tot paniek. Niemand durfde hardop te zeggen wat ze hadden gedroomd, uit angst voor spot en ongeloof. Maar de angst in hun ogen sprak boekdelen; een gedeelde, verborgen waarheid.

Het was pas toen de oudste inwoner, een verslagen maar wijze man genaamd Herman, de dorpspleinen betrad en met gebarsten stem zijn droom deelde, dat de stilte werd doorbroken. Een nauwe slinger van fluisteringen volgde, en elk woord versterkte de vrees die onverschrokken door het dorp waaide.

Met elke dag die voorbijging, werd de angst sterker. De bewoners ontweken hun eigen weerspiegelingen, sloegen hun spiegels aan gruzelementen of bedekten ze met doeken. Het landhuis uit hun dromen werd het gesprek van de dag, en oude legendes van verdoemde plekken en vervloekte huizen werden weer tot leven gewekt.

Dat was totdat, op een mistige avond, een vreemdeling het dorp bereikte. Zijn ogen, zwart als de nacht, hadden een vreemde kalmte en hij leek te weten wat er zich afspeelde. Hij verkondigde dat hij hen kon helpen de droom te ontcijferen en de vloek te verdrijven – maar niet zonder een prijs. Het dorp, uit wanhoop, stemde zonder aarzelen in met zijn voorstel.

Met de middernachtklokken die luidden, verzamelde hij de dorpelingen rondom een enorm vreugdevuur en sprak woorden die geen van hen kon begrijpen. De lucht vulde zich met een geur van verbrande kruiden en rook cirkelde omhoog, alsof deze zich een weg baande naar de goden zelf. Plotseling verscheen het landhuis weer voor ieders geestesoog, maar deze keer was het niet langer verwoest en verlaten. Het was een paradijs, een plek van ongeëvenaarde schoonheid.

En net zoals het begon, eindigde het abrupt. De dorpelingen openden hun ogen en vonden zichzelf terug in hun dorp, het vreugdevuur nu slechts smeulend as. De vreemdeling was verdwenen, zonder een spoor, alsof hij slechts een figment van hun verbeelding was geweest.

Sinds die nacht werd het dorp weer rustig, verlost van de nachtmerrie die hen gevangen hield. Maar soms, wanneer een volle maan haar zilveren licht weer over de oude huizen werpt, fluisteren de overgebleven dorpelingen van een vreemdeling die hen bezocht en hen bevrijdde van een droom die gezien was door velen, maar begrepen door niemand.

En zo bleef het dorp in de schaduw van zijn eigen raadsel, altijd wachtend op de volgende droom die hen opnieuw zou verenigen in angst en verwachting.

Deel op social media